Er zijn drie mogelijkheden voor het toedienen van sondevoeding: intermitterend, continu of per portie. Uw arts of diëtist bepaalt, samen met u, wat het meest passend en effectief is voor uw gezondheid en persoonlijke situatie.

  1. Intermitterend
    Bij intermitterend voeden krijgt u druppelsgewijs gedurende een dagdeel sondevoeding. Dit kan bijvoorbeeld alleen ’s nachts gebeuren als u sondevoeding als aanvulling nodig heeft. De rest van de dag wordt het systeem afgekoppeld en de sonde afgesloten. In overleg met uw diëtist kunt u dan zelf gewoon eten en drinken. Intermitterend voeden wordt met een voedingspomp of een zwaartekrachtsysteem gedaan.

  2. Continu
    Bij continu voeden loopt de sondevoeding druppel voor druppel het lichaam in. Het is mogelijk om dit 24 uur lang te doen. Echter, worden er vaak rustperiodes ingelast. Dit hangt onder andere af van de hoeveelheid sondevoeding die u nodig heeft. Continue voeden wordt met een voedingspomp of een zwaartekrachtsysteem gedaan.

  3. Per portie
    Bij toediening per portie (ook wel ‘per bolus’ genoemd), krijgt u op verschillende momenten per dag een bepaalde hoeveelheid sondevoeding. Dit kan bijvoorbeeld 6 tot 8 keer per dag zijn, waarbij er 250 - 300 ml sondevoeding wordt gegeven. Hierdoor kan er een normale maaltijdcyclus worden nagebootst.

    Portietoediening gebeurt meestal met behulp van een spuit maar kan ook met behulp van een voedingspomp worden gedaan.

Voor- en nadelen van intermitterend, continue, en per portie:

 

Intermitterend

Continu

Per portie

Voordelen

  • U bent mobieler dan bij continu voeden (hangt af van wat patiënt kan)
  • Het is goed te gebruiken als aanvullende voeding wanneer u zelf nog kunt eten
  • U kunt voor en na het gebruikt van sondevoeding, de inname van orale voeding weer opbouwen
  • Dit wordt vaak goed verdragen en heeft een kleinere kans op maag-darmklachten
  • Het is minder intensief voor uw verpleger/verzorger
  • Het heeft een kleine kans op besmetting
  • U kunt de sondevoeding dag en nacht gebruiken waardoor u grotere hoeveelheden kunt gebruiken
  • Dit lijkt het meest op een normaal voedingspatroon
  • U bent mobiel
  • Het is goed te gebruiken als aanvullende voeding wanneer u zelf nog kunt eten
  • U kunt voor en na het gebruik van sondevoeding, de inname van orale voeding weer opbouwen

Nadelen

  • Er is een groter risico dat u de voedingsbehoefte niet haalt
  • Het is arbeidsintensiever voor uw verpleging/verzorging
  • U heeft een grotere kans op besmetting dan bij continu voeden
  • U bent minder mobiel
  • Druppelsgewijs voeden lijkt weinig op normaal voeden
  • Er is een groter risico dat u de voedingsbehoefte niet haalt
  • Het is arbeidsintensiever voor uzelf/uw verpleger/verzorger
  • U heeft een groter risico op maag-darmklachten
  • Het kan niet toegepast worden bij voeden voorbij de maag
  • U heeft een grotere kans op besmetting dan bij continu voeden

 

Veelgestelde vragen

Meer informatie