Er zijn diverse sondevoedingen die ieder alle voedingsstoffen bevatten die dagelijks nodig zijn, zoals koolhydraten, eiwitten, vetten, vitaminen, mineralen, water en meestal ook vezels. Welke soort sondevoeding uw kind krijgt ligt aan zijn/haar persoonlijke situatie. De sondevoeding wordt namelijk door de diëtist volledig aangepast aan de behoefte van uw kind.
Heeft uw kind bijvoorbeeld een sondevoeding nodig waar extra vezels in zitten? Dan kan de diëtist hem/haar een sondevoeding die verrijkt is aan vezels voorschrijven.
Voor een goed herstel is het belangrijk om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen, het is van belang het voorschrift van de arts of diëtist nauwkeurig op te volgen.
Veelgestelde vragen
Alle materialen die uw kind nodig zal hebben, krijgt u, in vorm van een startpakket, mee vanuit het ziekenhuis. Daarna kunt u de materialen bijbestellen bij uw homecare leverancier. Als het goed is krijgt u in het ziekenhuis ook uitleg over het gebruik van de materialen. Mocht dit niet het geval zijn vraag hier dan actief om!
Sondevoeding wordt geadviseerd door de arts of diëtist en is verkrijgbaar bij uw apotheek en/of een homecare leverancier. Hier kunt u ook meer informatie krijgen over de manier van bestellen en leveren.
Sondevoeding kan forfaitair vergoed worden vanuit de ziekteverzekering. De arts of diëtist weet hoe vergoeding kan aangevraagd worden en wat de voorwaarden zijn.
De keuze voor een bepaalde snelheid is vaak bewust gemaakt door de zorgverlener. Wanneer sondevoeding onderdeel van het dagelijkse leven begint te worden, kunt u verder gaan kijken naar het optimaliseren van de voeding van uw kind. Mogelijk wilt u iets aanpassen zodat het beter in het leven van uw gezin past. Belangrijk is dat u van tevoren met de zorgverlener overlegt over het veranderen van de pompsnelheid.
De meest ideale positie tijdens sondevoeding is rechtop zitten. Echter, is dit misschien niet mogelijk. Probeer dan dat uw kind op minstens twee kussens gaat liggen zodat zijn/haar lichaam minimaal in een hoek van 45 graden komt te liggen. Na het gebruik van de voeding kan uw kind het beste nog 30-60 minuten in deze houding blijven liggen.
Wanneer de arts of diëtist toestemming heeft gegeven, is het mogelijk te pauzeren tijdens het gebruik van sondevoeding.
U proeft de sondevoeding niet. Daarom zijn er geen verschillende smaken verkrijgbaar.
Sondevoeding moet tussen de vijf en 30 graden bewaard worden. Wel is het belangrijk dat u de sondevoeding op kamertemperatuur laat komen voordat deze gebruikt wordt.
Sondevoeding wordt het beste op kamertemperatuur gebruikt. Wanneer het pack of de fles in de koelkast staat, haalt u deze van tevoren eruit zodat deze op temperatuur kan komen.
De zorgverlener zal aangeven wanneer het mogelijk is te eten naast sondevoeding. Wanneer dit het geval is, zal de zorgverlener met u afstemmen welke voeding het meest geschikt is.
U kunt geen voeding, medicatie of water toevoegen aan de sondevoeding. Dit kan leiden tot verstopping van de sonde of bederf van de voeding.
De diëtist zal de juiste vloeistof aanraden en zal u adviseren wat te doen tijdens warm weer, ziekte of sporten. Of uw kind mag drinken of niet, en welke vloeistof hij/zij dan mag drinken, is persoonlijk. Raadpleeg hierover de diëtist.